’s Middags keer ik alleen terug naar dezelfde wijk, die eigenlijk heel klein is en overzichtelijk. Ik kom een groepje jongens tegen, in leeftijd vaierend van 13 tot 16 jaar en hen spreek hen aan, benieuwd als ik ben naar hun ervaringen op school. Ze lachen zoals als jongens van die leeftijd lachen, op vrijdagmiddag na een lange schoolweek. Ja, we zitten allemaal op de praktijkschool vertellen ze, en ja een verstandig woord valt niet te verwachten. De kaartje van mijn voettocht met daarop de landkaart van Nederland bekijken ze intensief en verscheuren hem, lachend en uitdagend… het is vrijdagmiddag, tijd om te keten.
In de praktijkschool tref ik Peter Joris (58 jaar) die diezelfde jongens net nog les gaf. Hij leert hen fietsenmaken, zo goed en zo kwaad als het gaat. Wanneer ze klaar zijn met de opleiding krijgen ze een diploma van assistent fietsenmaker. Maar Peter leert hen nog meer dan alleen fietsenmaken, op tijd op school komen en netjes werken volgens opdrachten. Dit weekeinde gaan ze mee zeevissen. Zeevissen, vraag ik verrast. Ja, legt Peter uit. De jongens krijgen niet altijd van thuis niet mee wat ze werken is en wat vrije tijd. Ze zijn gewend om op straat te hangen; zeevissen is leuk, het is een hobby, die je naast het werk kunt beoefenen. Dat zijn ervaringen die deze jongens niet kennen, zoiets als een hobby. Dus neem ik ze mee op mijn hobby, zeevissen.
Peter laat me de school zien, die open is en gericht is op de wijk. Kinderen krijgen hier verder een opleiding in verschillende richtingen: techniek en bouw; archief en reporductietechnieken; verzorging, receptie, horeca en het winkelbedrijf. Het gaat steeds om het aanleren van het allereenvoudigste werk; werk waarvoor in de samenleving nauwelijks aandacht en waardering is maar wat tegelijk zo verschrikkelijk noodzakelijk is, niet alleen voor de kinderen maar voor de samenleving als geheel, bedenk ik, wanneer ik verder wandel, de wijk in.
Uiteindelijk kom ik terecht achter een huizenblok en ontdek de prachtigste sportvoorzieingen, weliswaar achter hoge hekken maar toch…er is geen plaats in Zeeland waar je zoiets in een wijk zult aantreffen: een atletiekbaan, een voetbalveld, een tennisbaan.. alles waarvan je alleen maar kunt dromen. Het zijn de sporthelden, Johan Cruijff, Richard Kraijcek en de jonge international Èljero Elia, die uit het Molenkwartier komt, die deze voorzieningen realiseerden.
Op het sportcomplex spelen tientallen kinderen en zitten moeders oplettend aan de kant; enkele zijn betrokken bij de organisatie van activiteiten. Ik tref er Yassine (23 jaar) en Abdel (26 jaar) beiden student Maatschappelijk Werk & Dienstverlening aan de Haagse Hogeschool en vrijwilligers op een ander maar gelijkaardig sportcomplex in een van de Haagse wijken, het Transvaalkwartier. De jongens hebben in den haag een fijne jeugd gehad, vertellen ze. Beiden hebben via een omweg hun opleiding gevonden en het HBO niveau bereikt; Abdel is bijna klaar; Yassine moet nog jaartje langer doorleren. Ze hebben plezier in het vrijwilligers werk met de kinderen uit deze buurt. Velen hebben het moeilijk, worden makkelijk buiten gesloten en de thuis situatie, weten ze maar al te goed, is van grote invloed op de ontwikkeling van de kinderen. Beide jongens realiseren zich dat het vinden van werk niet makkelijk is; heel misschien gaan ze nog verder leren, aan de universiteit. Wie weet, kansen genoeg…
Ik wandel verder door Laak Noord of de Molenwijk, langs de trekvaart. Leo, in een krakkemikkig autootje stopt. Hij veronderstelt dat ik verdwaald ben. “Stap maar in,” zegt hij, “ik moet toch naar het centrum.”
Zonder aarzelen stap ik in het autootje en ontdek dat Leo slechts een been heeft en met een ijzeren stang aan het stuur de rem bedient. Hij heeft het, zegt hij, terwijl hij met flinke vaart en handigheid zijn autootje door de wijk laveert, erg naar zijn zin in de Molenwijk. De ronde flat waarin hij woont ligt centraal in de wijk en het is daar rustig wonen. Hij heeft een boekhoudkundige opleiding achter de rug maar werk is moeilijk te vinden. Sinds zijn 27 ste jaar zit hij eigenlijk al thuis; nu is hij dertig jaar verder en de kans dat hij nog iets kan vinden… ach, nee… die illusie heeft hij lang geleden opgegeven. Verder gaat het goed; eigenlijk wel lekker, zegt hij. Aan de rand van de wijk, ter hoogte van de Rijswijkseweg stap ik uit en zwaai hem na. Ik neem de tram naar Hollands Spoor en reis vandaar verder, per tram naar Delft en zo verder…
From Haagse fragmenten (vier en vijf), posted by Jan Schuurman Hess on 10/24/2012 (13 items)
Generated by Facebook Photo Fetcher 2