Haagse fragmenten (deel vier)

Samen met Monika Sie Dhian Ho, directeur van de Wiardi Beckman Stichting, het wetenschappelijk bureau voor de sociaal-democratie, bezoek ik op vrijdagochtend de Molenwijk in het Laakwartier. Het Laakkwartier is gebouwd in een voormalig moerasgebied tussen Voorburg, Rijswijk en den Haag; er wonen bijna veertigduizend veelal arme mensen in een gebied van vier en een halve vierkante kilomter. Ter vergelijking, mijn vertrek en eindpunt van de voettocht, het grondgebied van de Heerlijkheid Kats, bedraagt ook 4,5 km2 en hier wonen slechts 500 mensen, fazanten, hazen, een groepjereeën, enkele honderden koeien en schapen en vanaf het strandje buiten het dorp kun je, als je geluk hebt, een zeehond zien duiken in de stroom.
In de Molenwijk, Laak Noord, hebben we een afspraak met Jaap Westbroek, in de coöperratie Eigenwijs. Jaap Westbroek heeft een officieel kaartje en daarop staat zijn functie: wijkregisseur Laakkwartier maar dat zegt eigenlijk niet genoeg. Jaap is oud rector van de Esloo scholengroep in den Haag en voor alles een bezielende man die gelooft in de mogelijkheden voor en in een van de armste en meest dichtbevolkte wijken van den Haag.
In een voormalig schoolgebouw ontwikkelt hij samen met anderen stap voor stap een wijkcentrum, op basis van ideëen over een eenvoudige lokale economie. De kleine lokalen worden als ruimten en ateliers verhuurd aan wijkbewoners die, al dan niet met behoud van een uitkering, een bestaan als zelfstandig ondernemer opbouwen.
“Hier, in deze wijk, groeien kinderen op in families die generaties werkloos zijn en in armoede leven,” legt Jaap uit. “Vanaf 2009 heeft de gemeente geprobeerd om een integrale aanpak voor de wijk te ontwikkelen. Er was aandacht voor een gecombineerde aanpak voor zorg, onderwijs en veiligheid maar alle betrokken organisaties hielden vast aan de eigen codes en bewaakten vooral de eigen rol. Dat stond steeds voor op en daarmee liep die opzet ook vast.”
Op allerlei manieren, en met veel overheidsgeld is in het verleden geprobeerd het leven van de mensen in de wijk te verbeteren maar subsidiestromen zorgden ook voor allerlei mensen en organisaties die op die fondsen afkwamen maar geen werkelijke bijdrage leverden aan het welzijn en welbevinden in Laak Noord.
Nu, zonder veel subsidie, probeert Jaap Westbroeksinds begin dit jaar in een voormalig schoolgebouw de wijk een nieuwe impuls te geven. In het voormalig gymnastieklokaal is een podium gebouwd door de leerlingen van de praktijkschool, een eindje verderop in de Molenwijk. Lokalen op de eerste verdieping worden verhuurd aan beginnende ondernemers of aspirant-ondernemers uit de wijk, die zoveel als mogelijk uit de buurt opdrachten ontvangen en ter plaatse uitvoeren. Sedi, een gevluchte moeder uit Iran, heeft een van de lokalen ingericht als atelier en werkt als beeldend kunstenares verschillende betaalde opdrachten uit voor het wijkbeheer.

In de benedenverdieping van het schoolgebouw is Babette Rijsenbrij aan het schilderen in een van de grotere lokalen; de ruimte wordt geschikt gemaakt zodat een vrouwengroep uit de wijk weer onderdak krijgt, en andere activiteiten kunnen worden ontwikkeld. Aan de achterzijde van het wijkgebouw in ontwikkeling, op het voormalige schooplein, is een grote moestuin. Daar wordt door een boer groente gekweekt die weer in de wijk wordt verkocht. Jaap Westbroek vertelt dat ook op andere locaties in de wijk zal worden geboerd; op die manier wordt de economie van het Molenkwartier stapje voor stapje versterkt en verbeterd.
Het zijn ogenschijnlijk kleine initiatieven maar zoals elders is ook hier het doel het versterken van de gemeenschap en onderlinge binding. De identiteit van de wijk wordt versterkt; niet voor niets liet Jaap Westbroek een eigen vlag maken voor Laak Noord; daarin zijn alle kleuren van de verschillenden nationaliteiten die je in de wijk tegenkomt, verwerkt. Die veelkleurigheid van de bevolking, al die verschillende achtergronden ziet de wijkregisseur als het grote kapitaal van de wijk. “Het gaat er om al die verborgen achtergronden met elkaar in verband te brengen,” vertelt Jaap, terwijl we door het lege schoogebouw lopen, “je zult zien dat in de toekomst dit de waarde en kracht wordt van laak Noord. Hoewel de problemen groot zijn, liggen hier enorme mogelijkheden en kansen.”
Tegen het middaguur nemen we afscheid en gaan Monika en ik een boterhammetje eten. We bespreken onderwijl het boek wat ik naar aaleiding van de voettocht zal schrijven. De reeks van verslagen op deze site vormen de basis voor een aantal verhalen waarvan de thema’s voor het oprapen liggen. Ik zal aan die verschillende verhalen ook praktische voorstellen en acties koppelen, beloofd is beloofd.

Geef een reactie