de schaal van Bareld; 34 ste etappe op de laatste dag van het jaar 2011

IV.

De voorlaatste dag van het jaar wandel ik met Tweede Kamerlid Kutz Jacobi en Wietse Martens van Birgwerd naar Jinsum. In tegenstelling tot gisteren is het vandaag prachtig weer; het lijkt een geschenk voor de voorlaatste dag van het jaar. De lucht is blauw; de zon klimt zachtjes omhoog en het is windstil. Wietse is raadslid van de gemeente Boarnsterhiem, dat wil zeggen Grou, Reduzum, Wergea, het grote lange veenweide gebied onder Leeuwarden. Boarnsterhiem wordt binnenkort in eind volgend jaar gesplitst; het grootste deel wordt deel van Leeuwarden.

Wietse die voor het RIVM laboratoria beoordeelde op veiligheid en zuiverheid, was in Wargea voorzitter van het plaatselijk belang. Het plaatselijk belang is in Friesland in vrijwel alle dorpen actief. Het staat boven de partijpolitieke belangen en behartigt de dorpsbelangen, organiseert het gemeenschapsleven en activiteiten in de dorpen. Het plaatselijk belang bepaalt deels de leefbaarheid en dynamiek in de dorpen. Na zijn pensioenering werd Wietse actief voor de Partij van de Arbeid; intussen is hij lid van de gemeenteraad.
We komen in een klein dorpje terecht, Britswerd. Het ligt in het open, veenweide-gebied tussen Sneek en Leeuwarden; we wandelen gedrieën naar het verder opgelegen Wieuwerd. Daar kan het spoken naar het schijnt. In de kerk liggen mummies, wordt me verzekerd. In de zomermaanden is de kerk geopend en kunnen toeristen een kijkje nemen en een beetje griezelen. Nu blijft de kerk voor ons gesloten en laten we de doden rusten, zoals het hoort.
We wandelen door naar Raerd, een terpdorp met ongeveer 600 inwoners. In Raerd woont Bareld de Vries, gepensioneerd onderwijzer en voormalig Statenlid in Friesland, samen met zijn vrouw Jannie in een tot woonhuis omgebouwde boerderij. Bareld is een van die stille grote krachten in de sociaal democratische onderwijstraditie; zijn Mavo/VMBO school telde 200 kinderen; als directeur kwam hij bij alle leerlingen thuis. “De onderwijsfabrieken, de schaalvergroting in het onderwijs, betekent de doodsteek voor het onderwijs,” zegt Bareld, terwijl we bij hem thuis een kopje koffie drinken. “Het gaat altijd om de menselijke maat. Die menselijke schaal is weg, wel bewust los gelaten. Dat is de wezenlijke oorzaak van alle problemen. Je dacht toch niet dat er bij mij één met een petje op de klas in zou komen, of met een mobieltje? Boeken? In een leren schooltas. Wie niet op school kwam, haalde ik zelf op, thuis of uit het café. Daarom, weg met die bovenlaag van managers in het onderwijs. Zorg voor de menselijke maat. Zorg ervoor dat je ieder kind kent, en zijn familiale omstandigheden.”
Samen met Bareld lopen Lutz, Wietse en ik nog een eindje op door Raerd. We ontmoeten de organisatie die in Friesland de dorpsraden bij staat en de leefbaarheid op het platteland. “De dorpen”, vertellen Bareld, Lutz en Wietse, “vormen de kern van de Friese cultuur en de Friese gemeenschap. De Partij van de Arbeid was in het verleden de partij van de dorpen. We moeten oppassen dat we dat niet verliezen.”Bareld: “Leeuwarden?” Hij haalt zijn schouders op. “Ach,” zegt hij, “Leeuwarden.”

Buiten het dorp maakt Mark Jorritsma zich met zijn vrienden op voor het carbietschieten op oudejaarsdag. Dat gebeurt bij een keet op een klein lapje grond, wat een boer permanent voor de Raerder jeugd ter beschikking stelde. De afspraak met de jongeren is dat zij er geen rotzooi van maken. Regels zijn regels en die zijn voor iedereen duidelijk. Vanzelfsprekend gaat het goed; jongeren hebben een vast stek; ze controleren elkaar en groeien later door in het dorpsleven.
Buiten Raerd nemen we afscheid van Bareld en wandelen verder in de richting van Jinsum. Het is een prachtige dag; de zon licht het winterse groene landschap op en kleurt de kale bomen op de erven van de boerderijen diep donker bruin, tot een gouden glans aan toe. Lutz vertelt onderweg dat zij zich zorgen maakt over de bodemdaling van het veenweide gebied. “Op termijn wordt dit echt een groot probleem voor de streek. We kunnen niet blijven malen voor de boeren. Het gaat zo mis,”zegt ze.
Vlabij Jinsum wanneer ik even achterblijf om de zonsondergang te fotograferen, zie ik wat Lutz bedoelt. Weilanden liggen hier buiten het dorp anderhalf, twee meter beneden het niveau van de doorgaande weg. Ik schrik er van. Het land is doorweekt en zo laag, mooi maar zo laag. Het ligt verzonken in het late licht. Even sta ik stil, alleen en kijk om me heen. Wietse en Lutz wandelen op de auto af van Koos die ons op pikt…
Het jaar is rond; ik mis mijn moeder. Ik zou haar zo graag vertellen hoe mooi het was.

Geef een reactie