Het Plan en de luwte van de dijk – 34 ste etappe Hindeloopen – Makkum

III.

De volgende week, vlak voor de jaarwisseling, loopt Bertus Mulder opnieuw mee; de voorbije weken heb ik vaak bij Bertus en Immy in Veenwouden mogen logeren. Dat is telkens zo gezellig en hartverwarmend dat ik oneindig dankbaar ben. De steun van Bertus en Immy, van Lutz Jacobi en Koos Peereboom en Joop van den Berg, Wietse Martens en al die anderen, maakt de voettocht hier in Friesland licht en vertrouwd.
We gaan van Veenwouden met de trein naar Hindeloopen en wandelen vandaar, via Workum naar Bolsward. Dat althans is het idee. Maar het weer is niet best. De wind is onbarmhartig; regen valt aanhoudend. We zullen zien wat kan en wat niet. Maar eerst naar Hindeloopen.
Bertus heeft onlangs zijn manuscript voltooid voor een nieuwe, omvangrijke studie: ‘Het hart van de sociaal-democratie’- over het belang van Arbeid en Zeeggenschap. Ik ben razend benieuwd naar het boek dat door de Wiardi Beckman stichting zal worden uitgegeven. Bertus schrijft daarin over de rol en betekenis van arbeid in de sociaal democratie. Die rol lijkt vanzelfsprekend omdat arbeid en de positie van arbeiders samenhangt met het ontstaan van de beweging. Maar zo vanzelfsprekend is het niet, heeft Bertus me tijdens onze gesprekken uitgelegd. De sociaal democratie heeft arbeid en zeggenschap op enig moment losgelaten als leidend idee in haar politiek en organisatie. Tijdens het congres, in de derde week van januari 2012 wordt het boek gepresenteerd; ik kijk er naar uit..
We gaan niet voor niets naar Hindeloopen. Het stadje ligt aan de Ijsselmeerkust in het zuidwesten van Friesland. Het heeft een geschiedenis die nauw verbonden is met de zee en het stadje is meest bekend door de Hindelooper meubels, kleurig geschilderde volksmeubels. Ik ben eigenlijk heel benieuwd of er nog iets van die meubelindustrie over is…

Vanaf het station is het ruim een kilometer naar het stadje; dat lijkt een peuleschil. Maar met een stormachtige koude wind tegen is het zwaar duwen. Stap… stap… stap.
In Hindeloopen wijst Bertus me op een nieuwe wijk, die in de stijl is gebouwd met de omgeving en het markante stadje. We wandelen via het voetbalveld Hindeloopen binnen, zien een rijtje volwassen mannen vissen in een sloot, bewonderen de prachtigste zeventiende en achttiende eeuwse huizen maar ontdekken nergens een meubelfabriekje; het mueseum is dicht, ook al is het kerstvakantie en hebben de meeste mensen vrijaf.
Bertus, die 12 jaar gedeputeerde was van cultuur en recreatie in Friesland, vertelt me dat het stadje leeft van het toerisme en watersport. Buiten het toeristenseizoen is het er stil en zijn er nauwelijks activiteiten. Van de beroemde Hindelooper meubels zul je niet veel terug vinden. Alleen wanneer de watersporters en dagjesmensen Hindeloopen aandoen zie je wat van die geschiedenis terug.
De jachthaven waar Hindeloopen zoveel plezier van heeft, ziet er prachtig uit; de provincie maar ook het bedrijfsleven hebben zich daar voor ingezet. Maar nu, zo vlak voor de jaarswisseling is het er stil en verlaten.
Bertus en ik wandelen het stadje uit, de wind in de rug. We lopen door het land over een smal pad tot aan een hoge dijk. Die dijk volgen we naar Workum. Daar, bij het praathuisje en de havenkom, treffen we Robin, Nick, Wytse, Rmco en Tiemen, de jongens van Workum. Ik wil graag van ze weten hoe het op school gaat, en welke opleiding ze volgen. De jongens reageren verrast en vertellen dat het niet leuk is en ze niet leren wat ze graag zouden willen: een vak, iets met hun handen. Een van de jongens heeft het wel naar zijn zin; hij wordt opgeleid tot automonteur. Een van zijn vrienden werkt in een bouwmarkt en gaat een dag per week naar school. Hij volgt die opleiding het ROC zoveel als mogelijk te ontwijken. “Ik zou liever een vak leren,” zegt hij. “Op school leer je niks,” zegt een ander. Ik vertel de jongens dat hun leeftijdsgenoten in Goes, Breda, bij Oirschot, in Tilburg, Maastricht, en Groningen me het zelfde hebben verteld. Dat verbaast niks. “We hebben vuurwerk,” zegt een van de jongens lachend. Wanneer het een ogenblik later knalt en een meerkoet uit het water wegvlucht, schrikken de mannen. “Ik hoop niet dat ze getroffen is,” zegt de jongen. Ik geef hen een hand, en een kaart van de voettocht.
Op een splitsing maken Bertus en ik een afweging. Richting Bolsward krijgen we de wind af en toe tegen; die is te hard om er tegen in te lopen. In de luwte van de dijk houden we de wind in de rug en zullen dan uitkomen in Makkum. Dat is ook goed, vinden we. Zo lang de wind in de rug is, is het goed. We laten Workum rechts liggen en volgen de oude dijk van de Zuiderzee.

Het jaar is nu bijna voorbij. We maken de balans op; de Euro, de gemeenschappelijke Europese munt, wordt bedreigd en de economische dynamiek is vrijwle stil gevallen. Europese leiders slagen er niet in een antwoord te vinden op de crisis; de democratie wordt door besluitvorming in de Europese Unie uitgehold. Het spook van werkloosheid en armoede houdt vele landen in haar greep en in alle landen de onderklasse. Bertus wijst er op dat een van de gevolgen migratie zal zijn.
Bertus Mulder: “Arbeiders en de minst bedeelden, vetrekken wanneer er geen werk is. Dat gebeurde al in Friesland, in Drenthe in de periode 1870 tot 1890 maar ook daarna. Uit Ierland vertrokken de sterksten, uit Oost Europa naar Amerika of Canada, naar Australië of Nieuw Zeeland. Maar ook uit Friesland, Drenthe, Groningen en Brabant vertrokken de landarbeiders. Een deel vond werk in de industrie in het Westen van het land; maar velen ook trokken de oceaan over naar de nieuwe wereld. Nu zullen uit Griekenland, Spanje en Portugal de trek op gang komen naar Zuid Amrika. Het is een beweging die zich altijd weer aandient, wanneer de crisis zich aandient en de toekomst voor achterblijvers is rampzalig.”
Bertus hoopt van harte dat de sociaal-democratie zich hervindt en arbeid opnieuw centraal stelt in haar politiek programma en de samenwerking met de vakbeweging hernieuwt. “Het wordt werkelijk tijd voor een nieuw plan van de arbeid,” merkt hij op.
Wanneer we in Makkum aankomen zien we een grote scheepshal van de scheepswerk van de Vries. Daar worden de meest luxueuse jachten gemaakt, voor de rijksten van de wereld. Bertus Mulder: “Het is een bijzonder bedrijf. Wanneer je de Afsluitdijk over rijdt, richting Friesland zie je de lichten van de productiehal altijd branden. De Vries is in die zin een baken en je ziet er ook aan dat voor sommigen op de wereld niets te gek is. Alles wat je kunt verzinnen op een schip kunnen de scheepsbouwers van de Vries voor je maken.”

Geef een reactie