Van Alphen aan de Rijn naar Gouda

Gouda.- Het is herfstvakantie en droog, fris weer wanneer Joyce Vermue uit Schoondijke (politiek talent en 48 op kandidatenlijst PvdA) en ik opnieuw een eind samen oplopen, nu tussen Alphen aan de Rijn en Gouda. We ontmoeten een vrachtrijder-molenaar, vernemen over fluisterboten vol van bier, en ontdekken het adres waar een voetbalcommentator sigaren koopt.
Alphen aan de Rijn was een halve eeuw geleden nog een eenvoudig dorp aan de verstilde Oude Rijn; nu is het een anonieme, grote plaats met zeventigduizend inwoners, niet ver van Amsterdam, Leiden en den Haag. Het hoofdkwartier van uitgeverij Wolters Kluwer is hier gevestigd maar vooral ook Zeeman, de winkelketen voor goedkoop textiel en andere, eenvoudige artikelen. Verder onderscheidt Alphen zich niet van Zoetermeer, Barendrecht, of Papendrecht; dezelfde woningen, dezelfde appartementen, dezelfde rotondes, winkels, en parkeerdrukte.
Langs de Oude Rijn, in Alphen, staat een korenmolen, de Eendracht, oorspronkelijk gebouwd in 1752 in Zaandam maar aan het einde van de negentiende eeuw overgeplaatst naar Alphen. De molen is niet meer commercieel in gebruik maar wordt geëxploiteerd door een ploeg van dertig vrijwilligers. Ad Roos, 36 jaar, is zo, n vrijwilliger. Als jongentje, zo vertelt hij, is hij al door het molenvirus aangestoken. “Tot mijn achttiende heb ik intensief mee gedaan. Daarna ben ik andere dingen gaan doen maar toen ik in 2003 trouwde hebben we bij de molen foto’s laten maken. Toen vroegen de jongens of ik weer kwam mee doen. En ja, die vraag raakte me wel. Ik ben actief geworden als vrijwilliger, in de molen maar ook in de winkel, die elke zaterdag open is en waar meel wordt verkocht.”
Ad is vrachtwagenchauffeur bij Zeeman. Hij heeft de hele nacht gereden en verontschuldigt zich omdat hij misschien door vermoeidheid niet goed uit zijn woorden kan komen. Hij heeft vannacht in België gereden en winkels bevoorraad. Van iedere winkel hebben de chauffeurs een sleutel. “Er hoeft dan niemand aanwezig te zijn,” legt hij uit, “we pakken de lege containers en plaatsen de volle terug. Dan kan het winkelpersoneel de volgende ochtend weer aan de slag.” Ad werkt sinds drie en een half jaar bij Zeeman. “Het is een goede baas,”zegt hij, “we rijden in wisseldiensten. De ene week overdag; de andere week ’s nachts. Ik heb er geen moeite mee, met die wisselingen.Nu ben ik moe, na vier dagen maar dat gaat ook weer over.Er zijn ook chauffeurs die meerdaagse ritten maken.”
Zeeman en Wibra hebben weinig last van de crisis. Waar veel andere winkels en winkelketens steeds moeilijker het hoofd boven water kunnen houden, gaan de ketens met een mix van goedkope en eenvoudige kleding, aangevuld met een steeds wisselend assortiment van andere goedkope waren, in ontwikkeling stabiel vooruit. “Ik ben blij dat ik goed werk heb,” verzucht Ad, die ons een rondleiding geeft door de molen en het bakkerijmuseum wat ook in de molen is ondergebracht.

Joyce en ik wandelen over Alphense Hefbrug over de Gouwe langs een containeroverslagplaats, het Alpherium in, 2010 geopend. Hier worden containers overgeslagen en via de Gouwe naar de Rotterdamse haven gebracht. Heineken in Zoeterwoude gebruikt de overslaghaven intensief. Al het exportbier van Heineken wordt zo over het water naar Rotterdam gebracht. Dat scheelt in milieubelasting, in Co2 en in verkeersdrukte op de weg. Bovendien was de containerterminal een voorwaarde voor het voortbestaan van de Heineken-brouwerij in Zoeterwoude.
Bij Boskoop komen we Janny Vasterman tegen; ze staat in de deur van haar woning aan de gekanaliseerde Gouwe. We, Joyce en ik, verbazen ons over het aanhoudende verkeerslawaai dat werkelijk alles overstemt. Vlak achter haar woning ligt een snelweg die Alphen met Boskoop verbindt. Janny Vasterman, die hier al 23 jaar woont, kijkt ons verbaasd aan. Lawaai? Ze heeft nergens last van.
Wat ze heerlijk vindt is het uitzicht op het water. Nu er geen tankers met kerosine voor Schiphol meer over de Gouwe varen; is het een plezier om hier te wonen, vindt ze. De kerosine wordt nu door een ondergrondse leiding aangevoerd; dat is veiliger en schoner. De elektrische schepen die de containers van Heineken vervoeren, zijn wel hoog opgeladen maar dat is nauwelijks ene bezwaar te noemen.
Janny is, vertelt ze, een echt stadsmens. Met haar directe buren heeft ze contact; met de rest van Boskoop niet of nauwelijks. Ze werkt als manager klantenservice in Hoofddorp voor Sanoma, een grote uitgeverij van bekende tijdschriften als Linda, Libelle, Margriet. Sanoma is onderdeel van het Finse uitgeverijconcern Sanoma Group. ’s Morgens vroeg staat ze om kwart over zes op; tegen half zeven ’s avonds zit de werkdag er op en is ze weer thuis. Nog een jaar en dan is het tijd voor andere dingen.
We wandelen verder, bespreken de politieke ontwikkelingen in den Haag en Zeeland. De afdeling West Zeeuwsch Vlaanderen van de PvdA is op de uitslagenavond van 12 september al begonnen met de voorbereiding van de gemeenteraadsverkiezingen van 2014. Joyce heeft de taak op zich genomen om, samen met anderen, een verkiezingsprogramma te schrijven. “Daarbij willen we echt iedereen in de streek proberen te betrekken,” vertelt ze. “Het biedt een kans om draagvlak te scheppen maar ook om mensen bij de PvdA te betrekken.”
In Gouda komen we aan het einde van de middag aan; de kaas, het Stadhuis, de Waag en de Grote Kerk trekken jaarlijks honderdduizenden toeristen. Zelfs nu, op een grauwe herfstdag is het druk in het centrum. Bij de etalage van een sigarenhandelaar kijken we als niet-rokers de ogen uit; de firma is 175 jaar oud. Het interieur lijkt in al die jaren niet veranderd; boven de deur hangt het schild van Hofleverancier…de koning van de voetbaljournalistiek, Johan Derksen, koopt hier zijn rookwaren.

Geef een reactie