van Weert naar Muiderberg (2) Over de geschiedenis van Kats, de school en een idee over solidariteit.

II.
Lang geleden, in de late Middeleeuwen, stond in Kats een groot kasteel. Dat kasteel werd bewoond door de heren van Cats, een voornaam adellijk geslacht dat zich verbonden wist met de hoogste kringen in Holland, Zeeland en Vlaanderen. Ridder Nicolaas van Cats was bevriend met Willem II graaf van Holland en Zeeland en Rooms Koning. Nicolaas was beschermheer van Willem’s zoon Floris de Vijfde maar ook van de schrijver en onderwijzer Jacob van Maerlandt. Wanneer Willem in 1256 door de West Friezen wordt vermoord is de kleine Floris nog maar twee jaar oud. Hij wordt toevertrouwd aan zijn tante, Aleide van Avesnes maar het is Nicolaas van Cats die zich over de kleine Floris ontfermt. Jacob van Maerlandt wordt Floris opvoeder en onderwijzer; zo wordt Floris een jongen van Kats.

Van het kasteel in Kats is nu niets meer te zien. Het is ten onder gegaan op ‘quade saterdach’ (5 november) bij de Sint-Felixvloed in 1530. In 1598 werd Cats herbouwd. Het bleef in de vier volgende eeuwen een klein, dapper dorpje aan de oostkant van het eiland Noord Beveland. Door het isolement en de kleinschaligheid was en is men op elkaar aangewezen; solidariteit was in deze gemeenschap een levensvoorwaarde. Niet voor niets ontstond hier een ziekenfonds en organiseerden de landarbeiders zich binnen de vakbond. De Katse gemeenschap is in de loop der tijd zelfbewust en eigenzinnig gebleven. Gezag is nooit vanzelfsprekend; eigen kracht wel: Koninginnedag wordt hier nooit op 30 april gevierd maar wel op een door ons zelf te bepalen dag in het voorjaar, of, wanneer dat zo uitkomt, in augustus.

Tegen het schoolplein van Kats ligt al dertig jaar een speeltuin, de Murpelpit. De schommels en de wippen; het fietstreintje en het klimhuis werden door vaders zelf gemaakt, gelast en onderhouden. Maar op enig moment werden er ergens in het rijk veiligheidsnormen vast gesteld. Die nieuwe regels bepaalden dat wat dertig jaar lang goed had gediend en vrolijk werd benut en onderhouden, niet langer veilig zou zijn. Op termijn zou het speeltuintje worden afgekeurd en gesaneerd.

Om dat te voorkomen bedacht ik dat het goed zou zijn om bij het 800 jarig bestaan van ons dorp in 2008 te zorgen voor een impuls in de speeltuin: met de realisering van een speelkasteel zouden we, met een verwijzing naar het verleden een basis leggen voor de toekomst van Kats. Samen met de kinderen van de basisschool maakten we een mooie toneelvoorstelling over Floris de Vijfde die hier in het dorp kon schuilen en opgroeien nadat zijn vader werd vermoord in Hoogwoud in 1256. Met de opbrengst van 234 euro werd de basis gelegd voor het speelkasteel; we slaagden er in de benodigde 23.000 euro bij elkaar te brengen, niet in het minst door een bijdrage van het Oranjefonds. Het speelkasteel staat er nu en wordt intensief gebruikt; de kinderen zijn verantwoordelijk. Het is hun kasteel en dat van Floris..

Floris de Vijfde was de belangrijkste edelman van zijn tijd. Hij slaagde er in om grote aanhang onder het volk te organiseren; niet voor niets werd hij ‘der keerlen god’ genoemd, als beschermheer van de boeren. Floris de Vijfde voltooide het Binnenhof in den Haag en liet het Muiderslot bij Muiden bouwen. Een jongen wiens vader werd vermoord groeide op in de schaduw van Kats… Wat zouden wij kunnen betekenen voor de Florissen van nu, de kinderen uit Holland, uit Amsterdam die nu in de knel zitten, omdat er geen eten is, of omdat het thuis niet pluis is? Wat zouden we kunnen betekenen voor de kinderen uit de grote stad, die het zich niet kunnen voorstellen dat de fazant in de tuin woont, en het strand buiten het dorp ligt, waar je kunt zwemmen in zee? Waarom kunnen dorpen zoals Kats in de stadstaat Nederland geen rol spelen voor de kinderen uit de stad, en andersom?

Stel nu eens voor dat we ondanks de belemmeringen van zelfzuchtige managers en ingewikkelde wetten toch een opening vinden? Stel je nu eens voor dat we het schooltje van Kats weer terugkrijgen, dat we goed en veilig onderwijs opnieuw kunnen organiseren en dat we een nieuwe Floris rust en vertrouwen en een goede school kunnen geven! Dat zou niet alleen goed zijn voor Kats maar ook voor kinderen de Randstad, uit Amsterdam. We zouden een voorbeeld kunnen zijn voor andere dorpen op ons eiland waar ook kleine scholen zijn, en misschien zelfs een inspiratiebron voor nog veel meer..wie weet.

De vraag nu is deze: hoe krijgen we onze school terug en daarmee het hart en de toekomst van de gemeenschap? Daarover dacht ik al na voor ik aan deze voettocht begon; op mijn eerste etappe, van Kats naar Kapelle sprak ik er over met Misha van Denderen, van de Isaac Beeckman Academie, een kleinschalige, nieuwe topschool voor voortgezet onderwijs.

En nu gauw op weg naar Muiden, naar het Muiderslot, waarvan de basis werd gelegd door Floris de Vijfde, zogezegd, een jongetje van Kats.

(morgen het derde deel)

Geef een reactie