Onszelf blijven

                                                                                                                    Kats, 17 april 2011

Beste Allemaal,

Limburg komt in zicht. Nog een eindje maar en Brabant is doorkruist, van west naar oost, van de klei naar het zand. Het is opnieuw een droge, zonnige dag, maar de wind is koud, na enkele warme, haast zomerse dagen. In de trein van Roosendaal naar Zwolle worden we in Breda weer opgeschrikt. Opnieuw is iemand voor de trein gesprongen. Ik noteer het nu, en meer niet. Details hoef ik niet meer te weten.

De wandeling zal leiden naar Valkenswaard, en van daaruit wil ik door naar Budel, en de volgende dag naar Weert. Voorwaarde is alleen dat ik onderweg nog een slaapplaats vind.

Vanaf de Vestdijk wandel ik Eindhoven uit, in zuidelijke richting. Eigenlijk is het een rechte lijn, vanaf het station naar Valkenswaard. Ik beeld me tijdens het wandelen in dat hier honderd jaar geleden een zandweg lag. De omgeving van Eindhoven moet arm zijn geweest; vóór de introductie van kunstmest was er op het zand weinig te verdienen. Eigenlijk zou het leuk zijn, denk ik, wanneer iemand me de geschiedenis van de streek kon vertellen. Misschien kom ik iemand tegen…

de lange, rechte weg tussen Eindhoven en Valkenswaard, met grote landhuizen achter hekken.

 

Het is een klein uurtje stappen naar de grens van de stad, maar eigenlijk merk je daar niks van. Eindhoven wordt Aalst, Aalst wordt Waarle. Het is een lange, drukke autoweg, die aan weerszijden wordt geflankeerd door grote landhuizen. En wat hier ook weer opvalt, net als elders in Brabant, is dat alle grote huizen en villa’s door hekken worden beschermd, en de bezittingen door private firma’s worden beveiligd. Mensen zie je nooit. Iemand die me over de omgeving kan vertellen zal ik hier niet vinden.

Tussen Waalre en Valkenswaard ligt een bosgebied, maar ik heb geen tijd om er door te dwalen. Om half drie heb ik een afspraak met Annegien Wijnands, fractievoorzitter van de Partij van de Arbeid in de Provinciale Staten van Noord-Brabant. Ik had met haar contact gezocht, eerder deze week, omdat de PvdA voor het eerst in vele decennia niet vertegenwoordigd is in het college van Gedeputeerde Staten. De SP heeft de ‘vanzelfsprekende’ positie van de PvdA overgenomen. Dat roept de vraag op hoe de PvdA zich nu moet gaan profileren en organiseren.

Om vijf minuten voor half drie wandel ik het marktplein van Valkenswaard op. Het is er druk: aan de zuidzijde van de markt staan tientallen marktkramen met sigaren, met worsten, noten, kaas en vis, met broeken, hemden, rokken en kleurige stoffen. Aan de overzijde zijn cafés en hotels. Ik vind een plaatsje op een van de terrassen. Een Engelse familie, schuin achter me, is buitengewoon luidruchtig. Ze bestellen een reusachtige hamburger, zo groot als een pannenkoek, en zo dik als een Statenbijbel… Het rumoer is uitbundig. Ik besluit aan de andere kant van het terras een tafeltje te zoeken. Dat lukt, en op dat moment schuift Annegien aan.

Op het tafeltje ligt het boek ‘Onszelf blijven’ met teksten van ‘Stuuf’ Wiardi Beckman, de geestelijke vader van de moderne sociaal-democratie. De bundel met teksten over en van Wiardi Beckman werd onlangs uitgegeven door het wetenschappelijk bureau van de Partij van de Arbeid, de Wiardi Beckman Stichting. Wie ooit nadenkt over inhoud en organisatie van de sociaal-democratie moet dit boek lezen; het is even actueel als richtinggevend, juist nu, vind ik.

“Ik heb dat boek ook”, zegt Annegien. Het gaat over de kern, de basis van de sociaal-democratie. Het beginselprogramma van 1937 geldt zowat als de grondslag en het ijkpunt voor de moderne sociaal-democratie. “Ik heb tegen mijn fractiegenoten gezegd,” zegt Annegien, “dat dit de boodschap is. We moeten onszelf zijn en blijven, nu we in de oppositie zitten, voor het eerst in ik weet niet hoeveel jaar. De VVD heeft echt een heel rechts programma geschreven voor Brabant, en het CDA en de SP zijn er in meegegaan.”

“Dat is de algemene indruk”, vertel ik. “De VVD profileert zich als een eenvoudige, harde rechtse partij, met een afkeer van de Partij van de Arbeid. In Noord-Brabant knutselde de oude vos Hans Wiegel de coalitie in elkaar. De SP is daar in meegegaan, want als de Socialistische Partij niet had toegehapt, was een meerderheid met de PVV voor de VVD ook een optie geweest.”

Annegien Wijnands stemde in de vorige periode in de Brabantse Staten tegen de verkoop van het aandelenpakket van Essent. Er is toen door haar partijgenoten een ongenadigde druk op haar uitgeoefend om toch in te stemmen met de verkoop. “Ik heb me in die periode eenzaam gevoeld. Maar ik vond de verkoop van de aandelen niet juist, omdat de garanties van RWE voor investeringen in duurzaamheid te gering waren. En ik vind dat je als volksvertegenwoordiger ook voor je zaak moet staan, ondanks alle dreigementen. Ik heb in die periode vaak gedacht aan Ad Koppejan, die in het CDA ook tot het uiterste is gegaan. Ik hield er rekening mee dat ik een volgende termijn niet meer op de lijst geplaatst zou worden.”

Maar zo liep het niet. PvdA-leden in Brabant erkenden haar moed en opstelling en verkozen haar tot lijsttrekker bij de verkiezingen voor provinciale staten. De PvdA verloor een zetel in de Brabantse staten, en kwam uit op een totaal van zeven zetels. Daarmee werden de sociaal-democraten kleiner dan PVV en SP bijvoorbeeld, die beiden acht zetels wisten te veroveren.

Wat nu te doen? Onszelf blijven, maar wat betekent dat voor iets praktisch als progressieve samenwerking? Moet de PvdA de SP nu in eerste instantie afvallen? Rechts zou niets liever zien, denkt Annegien. Ze wijst een eenvoudige harde oppositie tegen de SP nu af. “Het is toch een linkse partij, en ik vind de opstelling van het CDA veel ergerlijker. Zij zijn vastgeroest aan de macht, en kiezen voor een harde rechtse koers.”

Ik stel voor dat de sociaal-democraten hun werk actief blijven doen in Provinciale Staten, maar daarnaast zich gaan herbronnen met onderzoek aan de basis van de samenleving, in directe dialoog met kiezers, en activiteiten ontplooien waarin sociaal-democratische politiek zichtbaar en herkenbaar wordt.

Annegien wijst, op haar beurt, op de eenvoud waarin andere partijen er in slagen om thema’s en kwesties te benoemen, ‘te framen’. “Binnen de VVD was ook verdeeldheid over de verkoop van de aandelen van Essent, maar daar waar wij er een drama van maken, vertellen de liberalen dat de verdeeldheid nu juist een van de aardige kanten van het liberalisme is”, zegt Annegien. “En wat te doen met de PVV?”, vraagt ze. Ook de traditionele kiezers van de Partij van de Arbeid worden deels aangesproken door de eenvoudige schema’s van Geert Wilders. ‘Linkse hobby’s is een gemakkelijke kreet, maar niemand weet wat links in dit geval betekent of wat een linkse hobby is. De directeur van een museum, zoals het Van Abbe in Eindhoven, kan doen en laten wat hij wil. Wat zou aan die vrijheid links zijn, vragen Annegien en ik ons af. Waarom schieten sociaal-democraten in de verdediging wanneer er vanuit de PVV kritiek komt op bijvoorbeeld autonome instellingen, zoals een mueseum? Wat is onze eigen opvatting, niet vanuit een bestuurlijk perspectief, maar vanuit een sociaal-democratische visie? De komende jaren zal het zaak zijn die visie aan te scherpen, en voor het voetlicht te brengen.

Annegien vertelt over een nieuwe snelweg, die het college van Gedeputeerde Staten benoorden Eindhoven wil aanleggen. Met de nieuwe weg wordt ‘de Ruit rond Eindhoven’ vervolmaakt. De kosten bedragen alras een miljard euro, en een natuurgebied moet er voor worden opgeofferd. Het vorige kabinet heeft er groen licht voor gegeven; de provincie moet de uitvoering vervolgens ter hand nemen.

“De weg is niet nodig”,zegt Annegien. “En ik zal alles doen wat in mijn vermogen ligt om de aanleg tegen te houden. Het laat goed zien wie waarom welke keuzes maakt. De weg dient nergens toe.”

Tegen vier uur nemen we afscheid. Ik heb nog geen signalen gehad dat ik ergens zou kunnen overnachten, en wandel de markt op van Valkenswaard. Mensen doen haastig boodschappen, of staan keuvelend in een hoek en eten gebakken vis. Het voorjaar is droog, zonnig en mild; de samenleving lijkt hier in Valkenswaard op een donderdagmiddag in april, onwankelbaar gelukkig. Ik koop wat pinda’s aan een kraam, en wandel naar het ANWB/ VVV-kantoor wat in een plaatselijk museum is gevestigd. De dames achter de balie weten dat het nog anderhalf uur wandelen is naar Heeze, waar een volgend station is. Wat te doen? Geen slaapplaats, en thuis nog veel schrijfwerk wat ik moet inlopen. Na overleg met het thuisfront besluit ik naar huis terug te keren, en de vrijdag te gebruiken om bij te schrijven. Daarom ga ik komende donderdag weer verder.

Tot hier nu, heel hartelijke groeten van

Jan

P.S. En geniet allen van het heerlijk voorjaar!

Geef een reactie