Een jaar voettocht… een tussenbalans…

Begin februari was ik een jaar onderweg met deze voetocht; in de Bidler, in Warga maakten we een tussenbalans op. Monika Sie Dhian Ho, directeur van het wetenschapelijk bureau van de sociaal-democratie, de Wiardi Beckman Stichting gaf aan wat de beteknis van de voettocht is voor de WBS; oud gedeputeerde Bertus Mulder en Tweede Kamerlid Lutz Jaobi reageerden op hun ervaringen onderweg, de vorbije maanden, en op mijn verhaal… Dat is te lang voor de digitale lezers… dat weet ik wel… maar ja… het was wel mijn verhaal over een jaar voettocht in Warga. Zie hier….

Beste vrienden van de Voettocht

Een jaar geleden, donderdagochtend drie februari 2011, ben ik op weg gegaan voor een voettocht door Nederland, twee dagen per week, twee jaar lang.
Het was en is mijn bedoeling om onderweg verhalen te noteren van mensen die ik tegen zou komen.
Die verhalen zo, bedacht ik van te voren, zouden een indruk kunnen geven van wat er in Nederland aan de hand is en zouden heel misschien en in een heel beperkte mate tegenwicht kunnen bieden aan de beleidsnota’s en bestuurlijke tunnels waarmee de Partij van de Arbeid, de sociaal democratie, zo intens verknoopt is geraakt.

Ik heb niet alleen gesprekken gevoerd maar ook indrukken opgedaan en daarvan zo goed en zo kwaad als ik kan verslag gedaan op mijn website.

Nu, na een jaar terugkijkend, zijn er, naast 1000 verhalen, een paar thema’s die ik met U zou willen bespreken…

Dat gaat over de zwaar gehandicapte Jaap uit Goes en de oude dame dodelijk ziek, die om haar leven te verlengen, drie doosjes medicijnen krijgt, van 21.000 euro per stuk.

Het gaat over de jongens van Workum, over Jan Blik, over Heerlen, over Willem in Neede, over Henk Hoen uit Nij Beets en Peter Has uit Haaksbergen en Willy de Meyer uit Luik.

Abstracter:
het gaat over zorg en een sociaal democratisch ziekenfonds;
het gaat over werk en onderwijs,
over Europese samenwerking en regionale ontwikkeling.
En ja, het gaat ook over organisatie en inhoud van de sociaal democratie, over de Parti Socialiste in Luik en de Partij van de Arbeid in Nederland en Friesland.

Mijn eerste etappe werd gekleurd door Jaap, een man van middelbare leeftijd met onvergetelijk lieve ogen. Jaap is geestelijk en lichamelijk gehandicapt en spreken kan hij niet. Hij is afhankelijk van wie voor hem zorgt. Jaap drukt zich uit met zijn ogen en drie gebaren,
En wrijvend over zijn rechterbeen wanneer hij bang is of in zich zelf gekeerd. Het tweede gebaar, ook met zijn rechterhand en arm, is met de hand naar een ander heen en weer wijzend en het derde gebaar is met twee handen boven zijn hoofd piano spelend… In dat gebaar geeft hij aan dat hij muziek wil maken, dat wil zeggen op een elektrische piano met een vinger een toets indrukken en zo toets na toets, zachtjes aanhoudend.

Jaap keek me aan en na verloop van tijd wees hij me aan, maakte het pianogebaar en maakte even later muziek. Wat een onvergetelijk gebaar.

Het ging in die periode niet goed met Jaap; af en toe werd hij agressief… dan schopte hij tegen de schenen van zijn begeleider. Waarom? In de kamer van het dagverblijf waren altijd twee begeleiders; bezuinigingen van het vorige kabinet, Balkenende Bos en de keuzes van de instellingen zorgden er voor dat er nu nog maar een begeleider was in de groep van Jaap. Daardoor was er minder aandacht, zorg en vanzelfsprekendheid voor Jaap. Tegen onzekerheid of veranderingen kan en kon Jaap zich niet verantwoorden.
Daarom zou Jaap worden overgeplaatst naar een andere instelling, voor onhandelbare cliënten moet je in dat jargon zeggen …voor Jaap.
Voor Jaap is onvoldoende zorg.
Ik verlies Jaap onderweg nooit uit mijn gedachten. Ik kom hier later op terug.

De eerste wandeldag leidde naar Kapelle, een dorp aan de andere kant van Goes, vanuit Kats bezien.

In Kapelle staat een school, de Isaac Beeckman Academie. Dat is een nieuwe middelbare school, door een klein clubje opgericht. Een openbare school, kleinschalig, goedkoper dan eender welke overgrote, gefuseerde scholenfabriek. Klassen: niet groter dan 16 leerlingen; persoonlijk onderwijs; vier dagen les per week, maar wel meer weken per jaar. Geen managers; een goedkoop schoolgebouw; een realistische begroting; geen bezuinigingen. De school stimuleert iedere leerling naar een hoger niveau; de VMBO leerling wordt naar Havo geleid wanneer dat kan; de Havo leerling die meer kan, gaat mee naar het VWO en de toppers uit het VWO kunnen in de laatste fase al vakken volgen op een HBO of universiteit. Het is de enige school in Zeeland waar leerlingen graag naar toe gaan, goede resultaten behalen; die ouders met een kleine beurs kunnen betalen en waar het gezeur over krimp aan voorbij gaat.

In Goes, in Breda sprak ik jongens en meiden; langs de Willemsvaart Bram en Esther, in Maastricht sprak ik jongeren, in Groningen, in Workum, Robin, Nick, Wytse, Remco en Tymen en weet U wat ze me vertelden? “Op school leren we niks want wat we leren hadden we al geleerd op de basisschool.”
Die jongeren zaten op grote scholen in het voortgezet onderwijs, in het middelbaar beroepsonderwijs en in het Hoger Beroepsonderwijs.
Hele gewone, vriendelijke kinderen met allemaal dezelfde klacht. Een van de meiden, Bo, was het scherpst. Ze zei: “Ik hoop dat als ik later kinderen krijg en zijn naar school gaan, het onderwijs niet meer zo slecht is en de kinderen dan wel les krijgen.”

Voor ik afdwaal wil ik u wat indrukken vertellen die te maken hebben met zorg.

Ik sprak een werknemer van een grote instelling voor geestelijke gezondheidszorg. Ze beklaagde zich. Haar collega’s zij n haar concurrenten… zie hier wat zij bedoelde… betrokkene was vroeger activiteitenbegeleidster; thans is zij manager horecahoek. Het is haar opdracht dagelijks zoveel mogelijk ‘cliënten’ aan zich te binden. Hoe meer cliënten, hoe meer budget; gaan cliënten naar haar collega, bijvoorbeeld van de groenvoorziening, dan krijgt die collega verruiming van het budget. Zo worden collega’s tegen elkaar opgezet en uitgespeeld.

In Eindhoven mocht ik overnachten bij de afdelingsvoorzitter, Judith. Samen met haar man had ze een heerlijke maaltijd voorbereid; het was gezellig. Haar man werkte bij Philips Health in Eindhoven. Dat bedrijf heeft een ongelooflijk groot aanbod van medische technologie. Kijk maar eens op de website; het is industrieel aanbod van producten en het mag wat kosten. Een van de zaken die Philips ontwikkelt is zorg op afstand, via televisie/ computerschermen en skype achtige verbindingen. Mensen kunnen thuis zijn en direct contact krijgen met arts of verpleger. Op afstand.

Ik ben in Luik geweest, op bezoek bij onze partijgenoten van de Parti Socialiste. Ik kom daar straks nog even op terug. Maar even een paar gegevens: Luik heeft ongeveer 200.00 inwoners; de PS heeft 20.000 leden; een op de twee Luikenaars is lid van de socialistische vakbond FGTB en in de provincie Luik zijn 350.000 mensen lid van het sociaal democratisch ziekenfonds. Onthoudt dat alsjeblieft, een sociaal democratisch ziekenfonds.

Ik sprak een trotse vader in Berg aan de Maas; zijn zoon kon redelijk leren. Hij studeerde in Leiden, werd anesthesist, ging naar San Francisco en werd daar professor aan de Stanford Universiteit. De week voordien was de zoon thuis bij zijn oude vader en moeder; via de laptop adviseerde hij zijn assistenten in de operatiekamer in Californië.

Voorbij Groesbeek passeerde ik een zorghotel in aanbouw; prachtig chique gelegen in de bossen. Een eindje verderop was een instelling voor geestelijk gehandicapte mensen, een grote instelling, de Pluryn groep. Aan mijn water voelde ik dat hier iets aan de hand was; thuis gekomen bleek het juist gefuseerd met de Hoenderloo groep. Het enige motief voor deze schaalvergroting van de organisaties voor lastige jongeren, is het salaris van de leden van de Raad van Bestuur, zo werd me toe vertrouwd.

In Wehl logeerde ik bij dak en thuislozen van het Leger des Heils; sprak ik in Neede met Willem Nuvelsteen wiens longen kapot gingen tijdens het stoffig werk in een timmerfabriek en die er van droomt om naar Curaçao te gaan, later na zijn pensioen, omdat dit klimaat zo goed is voor zijn luchtwegen. Maar als hij eerlijk is en een berekening maakt weet hij dat het daarvan niet zal komen; hij werkt een paar uur per dag, langer kan niet en leeft van 1100 euro per maand. Curaçao is voor een andere categorie mensen.

Vanuit Heino liep ik naar Zwolle. Na de stadsgrens, na de blokkendozen voor de af en aanvoer van Albert Heijn en identiteitloze kantoorgebouwen zag ik een gebouw in aanbouw, het grootste wat ik op mijn tocht ben tegen gekomen. Het gebouw was zo immens groot dat het me duizelde… een gebouw in ‘organische architectuur’. Ik zag gevels met geglazuurde bakstenen, elke baksteen in twee kleuren gekleurd. Het gebouw kreeg bizarre kleuren en wordt doorsneden door binnen en buitentuinen, een park van 12 hectare…

In Zwolle sprak ik een aankomend vroedvrouw die haar zorg uitsprak over de cultuur van angst die wordt gecreëerd door de medicalisering van de geboorte. “Het is nergens voor nodig,” zei de wat oudere mevrouw, “de natuur gaat haar eigen gang. Het is een kwestie van zelfvertrouwen van vrouwen. Zelfs in de armste landen, in de Sahara woestijn, zijn vrouwen niet zo bang als hier.”

In Stadskanaal sprak ik een ziekenhuis directeur die precies kon voorrekenen dat de zorg in zijn kleine streekziekenhuis veel goedkoper is dan in de dure Isala ziekenhuizen van Zwolle of het UMG in Groningen. De kwaliteit van de zorg is goed; de menselijke maat en bereikbaarheid troefkaarten van jewelste in een streek van veelal armere mensen. Het streekziekenhuis wordt kapot gemaakt door zorgverzekeraars en de liberale ideologie in de sector.

Onderweg sprak ik een arts; een apotheekhoudende arts. Hij vertelde me over een dodelijk zieke oude dame die van een internist drie doosjes medicijnen kreeg voorgeschreven, elk doosje van 21 pillen, goed voor drie weken. Kostprijs van een doosje… 25.000 euro, totaal 75.000 euro. De arts had de verzekering gebeld of hij de medicijnen kon geven; hij kon het risico niet dragen… hij zou failliet gaan. Na drie dagen wilde de oude dame de medicijnen niet meer.

Ik kom straks bij mijn conclusies terug op de zorg en een sociaal democratisch ziekenfonds.

Het werk en het onderwijs. Ik vertelde hoe in de geestelijke gezondheidszorg collega’s tegen elkaar worden uitgespeeld in concurrentie; ik vertelde dat ik jongeren door het hele land tegen kwam die zich beklaagden over het onderwijs, met steeds dezelfde klachten: geen les; geen inhoud.

Ik sprak onderweg met boeren, met winkeliers, met arbeiders van Nedcar in Born; de aardbeving, de tsunami en de ramp in de kerncentrales in Japan leidden er tot technische werkloosheid; de arbeiders, feitelijk technisch werkloos, voelden zich in de steek gelaten door de PvdA tijdens de vorige kabinetsperiode. Jean Wouters, voorzitter van de OR van Nedcar, was stellig: “In Nederland adviseert straks de ene helft van het land de andere helft. Er wordt nog wat gehandeld maar gemaakt wordt er niks meer. Een industriepolitiek bestaat hier niet.”

Voorbij Heerlen sprak ik Arie en Rene, respectievelijk kraanmachinist en timmerman. Rene werkte veelal over de grens, in de bouw. De laatste jaren niet meer; hij verliest zijn sociale zekerheid en pensioen, met het werk over de grens. Beiden zijn boos op Brussel en den Haag; toen zij hun woning betrokken passeerden er 5000 auto’s per dag; nu 60.000 per dag. Zij begrijpen niet dat er 20 jaar gepraat moet worden over een buitenring. “Wij willen een bos, een park naast ons huis en een keer slapen met open ramen in de zomer,”zeiden ze.

Later, in Enschede, bekende raadslid Dennis Bouwman, dat het verlies van werkgelegenheid door de sluiting van de textielfabrieken niet is opgelost, in ieder geval niet voor de arbeiders en hun kinderen.

In Emmer Compascuum sprak ik Jan Blik, wiens vader en grootvader nog turf hadden gestoken. Hij had altijd gewerkt in de plantsoenendienst van de sociale werkvoorziening en was nu door de trap van een paard zijn tenen kwijt. Hij keek me indringend aan: Wat nu, vroeg hij. Wat nu?

In Klazinaveen sprak ik de bloemenkweker die failliet was gegaan, de tomatenplukkers en in Stadskanaal de ziekenhuis directeur die 800 mensen te werk stelt en weet dat zijn ziekenhuis kapot gemaakt wordt door de zorgverzekeraars en dat de mensen in de streek dan voortaan moeten reizen naar Zwolle of Groningen en dat de werkgelegenheid grotendeels zal verdwijnen.

In Delfzijl sprak ik de wethouder die binnen enkele jaren 2000 vacatures heeft in de procesindustrie maar er geen personeel voor kan vinden omdat de mensen uit de streek zulke hoog gekwalificeerde banen niet aan kunnen.

In de trein sprak ik de zoon van een schooldirecteur uit Ter Apel; hij studeerde in Delft en nee… hij zou niet terugkeren. Wat moet je in Ter Apel?

Op de achtergrond woedde de economische crisis in de Europese Unie, bleken de financiële markten regeringsleiders in een angstgreep te kunnen houden en werd de ene na de andere top van staatshoofden en regeringsleiders gevolg door een teleurstelling, verder bezuinigingen en grotere armoede onder grote delen van de lager opgeleide bevolking in de Europese landen.

In Friesland wordt melk geproduceerd; in Warga werd in de negentiende eeuw de eerste coöperatieve zuivelfabriek opgericht. Er is van de zuivelindustrie in Friesland vrijwel niets meer over; ik ben door Oudega gelopen en op de plaats van de boterfabriek, aan het meer, staan nu recreatiebungalows.
Het Friese landschap lijkt nauwelijks nog te behoren bij de schaal van de industriële zuivelproductie. Boerderijen zijn te klein en worden woonhuizen; percelen kunnen de grote machines nauwelijks dragen.

In Eindhoven liep ik langs de melkfabriek van Friesland Campina; daar werken 200 arbeiders. Samen met een fabriek in Schiedam als ik me niet vergis produceren zij samen alle dagverse zuivelproducten van Friesland Campina… twee fabrieken. Ik sprak met de arbeiders, die voortdurend onder spanning stonden en een vrachtwagenchauffeur die de plastic dopjes kwam brengen voor de melkpakken. Die worden in Luxemburg in een fabriek geproduceerd. De marges zijn minimaal. De vrachtwagen chauffeur moet van zijn baas de motor afzetten wanneer hij in Luxemburg en de Ardennen van een heuvel af rijdt…
Zonder Luxemburgse plastic dopjes geen melk in de schappen.

Volgens mij is dat de crisis; de marges zijn nihil; investeringen (zoals op de steeds grotere boerderijen) renderen niet; arbeidsomstandigheden voor gewone mensen zijn vaak gekmakend. We kunnen zelf geen voedsel of zuivel meer maken van de grondstoffen die we produceren; we leren geen kleding meer maken en zijn voor de energie afhankelijk van verre landen. Ons landschap en de natuur verhoudt zich niet meer tot de schaal van de wereldeconomie; onze politieke leiders in Brussel, de ene na de andere regering blijken machteloos en visieloos.

In Haaksbergen spraken Joyce Vermue en ik een man die het onomwonden zei: “Waarom vertellen politici niet de waarheid? De waarheid is dat onze welvaart lijkt op een salamiworst waar we elke dag een paar plakjes afsnijden en die we elke dag weer een beetje uitrollen waardoor hij even lang blijft maar steeds dunner wordt. En het ergste is, zei die meneer, die stond te wieden in zijn voortuin, “het ergste is dat de jongste generaties niet terugkunnen in welvaart. Dat zal gaan leiden tot de grootste ellende, erger dan in de crisisjaren van de vorige eeuw.”

In de voedselbanken die ik bezocht. In Tilburg en Klazinaveen, heb ik dat met eigen ogen gezien. Jongeren die niet hadden kunnen stoppen met uitgeven en schulden maken en nu eten van de voedselbank.

Maar er is altijd hoop. Dorette Corbey wees me er tijdens onze wandeling van IJlst naar Workum op, dat voor alle facetten van de economie, schaal verkleining mogelijk wordt. Nieuwe productietechnieken en productieketens kleinschalig van opzet, worden rendabel. Zij heeft als weinig anderen in Nederland zicht op dit soort ontwikkelingen in wetenschap en technologie als directeur van de adviesraad ter zake voor de regering. Kleinschalige productie rendabel… ook in de zuivel. Binnen tien jaar, zegt Dorette, is er de omslag…

Goed, tot zo ver observaties van onderweg. Nu iets over de Partij van de Arbeid. In Friesland was het een voorrecht om te wandelen; altijd liep er iemand met me mee, vaak ook een hele ploeg, van dorp naar dorp, van gemeente naar gemeente. Zo gemakkelijk, zo leuk en gezellig is het niet altijd geweest.
We liepen in een ploeg van Lutjegast naar Buitenpost; we liepen met Jan en Bertus naar Harkema, verder met Gerda en Sietse naar Rottevalle, met een ploeg naar Nij Beets, we liepen in een ploeg, vorige week van Ouwe Syl in het Bildt naar Zwarte Haan, naar het monument voor Anita Andriessen, met Sietse en Lutz en zovelen anderen. Dat was mooi en Anita zag vast dat het goed was.

Maar het gaat niet zo goed met de club. In sommige delen van het land, Zeeland, Limburg, grote delen van Brabant is er van de partij, buiten de steden, niet zo veel meer over. Buiten de gemeenteraden en kleine bestuurtjes is er niks en niemand meer. Als je aan klopt mag je blij zijn wanneer iemand een deur open doet. Hoe komt dat?

Er wordt al gauw gedacht dat de boodschap of de boodschapper niet deugt. Ik denk dat jarenlang het een en het ander niet hebben gedeugd (ik ben niet voor niks onderweg) maar daar gaat het nu niet om. De Wiardi Beckman stichting onder leiding van Monika Sie is met een enorme energie en intensiteit bezig om de boodschap op orde te brengen Ik wil U iets anders voorhouden en ter overweging geven, niet in het minst door mijn ervaringen onderweg en meer in het bijzonder in Luik en Friesland.

In Luik staat de partij nu als een huis: 20.000 leden; dertig jaar geleden was de PS een criminele bende, met corruptie, met steekpenningen en onderlinge zelfs, gruwelijk dieptepunt, een moord… de ene minister liet de ander, een minister van Staat vermoorden.

Wat is er daar gebeurd? Elio di Rupo en Willy Demeyer hebben de partij opgekuisd, wat slecht was verwijderd maar wat goed was behouden. Wat werd behouden? De notie dat de sociaal democratie staat voor solidariteit en menselijke waardigheid en dat betekent dat je je dichtbij de mensen organiseert… dus in de wijken, zelfs in straten… in kleine afdelingen, verbonden in een sterke federatie. En die federatie op haar beurt is verbonden met een sterke brede, gemeenschappelijke actie, le front commun, samen dus met de vakbonden en het sociaal democratisch ziekenfonds.

In de Vlaamse SP.a, de Vlaamse sociaal democratische zusterpartij, wordt altijd naar Nederland gekeken. De traditionele banden met bond en ziekenkas werden in Vlaanderen doorgeknipt, als zijnde ouderwets. Vraag het maar in Gent, aan Daniel Termont, burgemeester nog en ooit begonnen bij het ziekenfonds… De aanhang van de SP a schommelt tussen de 8 en 12 procent van het electoraat; de PS in Luik heeft ruim 40 procent van de kiezers achter zich.

Hoe is de situatie in Nederland? de Partij van de Arbeid is volkomen gefocust op en georganiseerd in dienst van haar rol in raad, college of parlement. In Friesland werd me dat meer dan ooit duidelijk; ik was hier ooit, precies in dit kerkje bij de viering van 100 jaar sociaal democratie in Warga. Het was tegelijk de opheffing van die afdeling; zij ging op in een groter geheel, samenvallend met de nieuwe gemeente Boarnsterhim. Zoals de afdelingen van groot Sneek, vergeef me, zuid west Friesland nu zijn opgegaan in een nieuwe afdeling, alles gericht op de organisatie van en de ondersteuning van een raadsfractie en de wethouders. Gelukkig zijn er nu de ombudsteams… Dat is een begin. Maar er moet meer gebeuren.

Ik was onderweg in de gemeente Doetinchem; ik sliep in een tehuis voor daklozen. ’s Avonds was er gemeenteraad. Mooi, prachtig. Ik ben mee gegaan. Weet U waarover het ging? Een hamerslag voor de onderwijsbegroting; twee en een half uur over hondenpoep. Aan het eind van de vergadering geen besluit over hondenpoep… in Wehl hadden honden voor de fusie geleerd links te poepen en in Doetinchem voor de fusie rechts… Hoe breng je dat nu tezamen?

Ik bedoel daarmee, en daarom vertelde ik zoveel verschillende verhalen, veel maatschappelijke zorgen, problemen en perspectieven vallen buiten het gezichtsveld van de raad, het college of het parlement. De politiek heeft zich buitenspel gezet; het zijn de managers, de technocraten, de ambtenaren die met een genadeloze formule… we hebben met zijn allen besloten dat… weten jullie nog, twee weken geleden in Joure, meneer Ray Geerling sprak over het wel zijn van de 625000 mensen met een minimumbestaan in Nederland… we hebben met z,n allen besloten dat… Het kon wel een tandje harder, minder en anders… Dat zegt hij vast zo al dertig jaar, net hoe de wind waait….

Ik steun Hans Spekman ten volle; honderdduizend nieuwe leden. We hebben een nieuwe grote partij nodig. We hebben zeker macht nodig in de raad, in het college en in het parlement… maar meer nog daarbuiten.

Een grote partij is noodzakelijk om met elkaar dilemma’s te bespreken: Waarom is er onvoldoende zorg voor Jaap en zijn er wel krankzinnig dure pillen voor een oude dodelijk zieke dame? Waarom wilde mijn moeder voor zij deze zomer overleed wel van de daken schreeuwen dat zij alleen maar leefde om pillen in te nemen die haar van half vijf in de ochtend tot half tien in de avond bezighielden in een strak programma. De pillen deden haar kwaad. Waarom moest zij dit doorstaan en wie verdiende er aan de pillen van mijn moeder? Wie verdient er in de medische industrie? Wat is de motor van Philips, van Bayer, en Janssen Farmaceutica? En hoe gaan wij met de ander om? Hoe gaan sociaal democraten om met Jaap?

Die gesprekken moeten wij aan gaan en met velen want alleen kom ik daar niet uit, en U komt daar alleen ook niet uit. Het zijn wezenlijke, menselijke vragen die de samenleving beantwoordt wil zien. En dat kan alleen binnen een grote, levendige democratische partij.

Dat geldt ook voor het antwoord op de veranderende omstandigheden in economie en samenleving. Iedereen ziet dat de economische machten over de gehele wereld verknoopt zijn en dat zij vrij spel hebben. Tegenmacht is nodig, ten minste op Europees niveau. Buiten België zie ik de vakbonden niet op straat komen om te protesteren; integendeel. Vakbonden, sociaal democraten lijken zich te schikken in het verzachten van de nadelen van vrijhandel en schaalvergroting. Dat is niet genoeg.

Op mijn voettocht heb ik de grote verschillen gezien tussen de verschillende regio’s. Er is een wezenlijk verschil tussen het Noorden van het land en Limburg; in taal, in cultuur, in landschap en geschiedenis. In Limburg heeft vrijwel ieder dorp, iedere stad een eigen staatkundige geschiedenis. Wist U dat Thorn tot en met de Franse Revolutie een vrouwenstaat was, door vrouwen bewoond en bestuurd en dat die vrouwenstaat onderdeel uit maakte van de Duitse länder?

Wat alle regio’s in Europa met elkaar verbindt, is dat velen aan de onderkant van de arbeidsmarkt en de middelbaar opgeleide vaklieden, arbeiders en bedienden, jong en oud een speelbal is van elkaar vernietigende economische machten.
De schaalvergroting en de mobiliteit in de industrie, het gesleep met grondstoffen en dieren, al dan niet ingevroren, doet de aarde geen goed. Het moet echt anders.

Laten we binnen regionale verbanden een nieuw plan voor de arbeid schrijven, gericht op werk voor laag en middelbaar opgeleide mensen, dus eigenlijk het omgekeerde van de kenniseconomie, wat niets anders is dan eersteklas treinwagon voor de hoog ontwikkelde burgers. Laten we zo,n regionaal plan voor de arbeid schrijven en uitdenken op basis van hele basale zaken: de productie van voedsel, van kleding, van wonen. De economische orde is natuurlijk ingewikkelder dan ik hier schets en enorm verbonden over alle grenzen… Maar er groeit een andere, kleinschaliger economie naast de wereldwijd verbonden bedrijvigheid. Het is aan ons een en ander met elkaar te verbinden. En het is vooral aan ons om in een eenvoudige taal richting te geven, perspectief te bieden, vertrouwen te scheppen.

Dat is geen terugkeer naar het verleden; integendeel.
Diversiteit is het wezenlijke kenmerk van de Europese samenleving; humaniteit en verdraagzaamheid is de les die we door schade en schande geleerd hebben in de vorige eeuw. Juist het benutten van de kracht van verdraagzaamheid en diversiteit schept toekomst voor Europa. De Euro als gemeenschappelijke munt kan daarvan een afgeleide zijn; wanneer de Euro zoals nu een van bovenaf aansturende macht wordt, leert de Europese geschiedenis ons dat ons niet veel goeds te wachten staat.

Misschien moeten we een aantal zaken tegen de markt in durven organiseren. … Elsschot schreef in zijn droevig gedicht het Huwelijk… tussen droom en daad staan wetten en praktische bezwaren….
In dit geval zou ik zeggen…. er stonden wel meer zaken niet in wetten en praktische bezwaren waren er altijd…. Onze voorouders vochten voor de achturendag; het kiesrecht… Mogen wij vechten voor werk voor jongeren; mogen wij zorgen voor het vertrouwen voor eten en kleding voor een ieder, voor een fatsoenlijk dak boven ons hoofd en zorgende hand wanneer het nodig is? ….Alles heeft zijn prijs.

Daarom is mijn verzoek, praat hierover in de dorpen, organiseer avonden thuis, niet noodzakelijk in een zaaltje met een agenda en spanningen… nee, vraag, luister, stel vragen… Wie heeft de melk uit Friesland ontvreemd? Waarom? Wat maakt ons kwetsbaar; wat is noodzakelijk voor het geheel van de samenleving? Hoe organiseren we het werk en wel zo dat het leuk is en ook wat oplevert?

Mensen vragen mij vaak waartoe leidt de voettocht? Samen met de WBS zullen we zorgen dat er een mooi boek komt, zeker, maar laten we Hans Spekman helpen… laten we bouwstenen aandragen voor een sociaal democratisch ziekenfonds, laten we bouwstenen leggen voor een regionaal plan voor de arbeid; laten we de Partij opnieuw vanuit de dorpen organiseren en van de grote gemeentelijke afdelingen federaties maken… Het kan vast niet volgens de reglementen maar denk dan aan het verhaal van de bungalow van Nij Beets, of de AED apparaten van Gern van Essen… die apparaten kostten 7000 euro en dat geld had de gemeente niet. Dan doe ik het zelf, zei Gern… Twee weken later had hij het noodzakelijk geld bij een… jij zoveel, jij zoveel… jij zoveel… alle verenigingen en besturen ging hij langs… Die kracht, die energie bepaalt de toekomst van onze beweging,

Kats, 31 januari 2012.
Jan Schuurman Hess

Geef een reactie